Taijiquan (ook wel: taiji, tai chi of tai chi chuan) is een traditioneel Chinees systeem van lichaamsoefeningen. Deze worden gekenmerkt door een serie harmonieuze bewegingen die je op een langzame en vloeiende manier uitvoert. Taijiquan wordt in China reeds eeuwenlang beoefend ter bevordering van gezondheid, welzijn en als zelfverdediging.
Taijiquan ontspant lichaam en geest, kalmeert het zenuwstelsel, maakt stijve gewrichten los, haalt de spanning uit de spieren en herstelt zowel het fysieke als het psychische evenwicht. Taijiquan kan tot op zeer hoge leeftijd beoefend worden door zowel mannen als vrouwen. Op een rustige en doelmatige manier kan je zo aan de verbetering van je gezondheid werken.
Taijiquan wordt tegenwoordig vooral beoefend voor zijn gezondheidsbevorderende eigenschappen, maar is van oorsprong een Chinese vechtkunst. Je vindt dit terug in de toepassingen van de bewegingen.
Binnen het Chinese bewegingssysteem is taijiquan een interne vechtkunst: de nadruk ligt op de interne beleving en ontwikkeling.
Taijiquan bestaat uit verschillende stijlen met Chinese familienamen zoals de Yang-, Wu-, Chen– en Sun-stijl. De Wu- en de Yang-stijl worden voornamelijk relatief langzaam en vloeiend uitgevoerd, de Chen-stijl heeft ook explosieve momenten in zich. De langzame bewegingen, die vanuit de lage dantian (onderbuik) en vooral zeer ontspannen uitgevoerd worden, zijn kenmerkend voor Taijiquan.
Korte geschiedenis
In China werden van oudsher al vechtkunsten beoefend. Dat waren meestal zogenaamde externe of harde stijlen. Taijiquan daarentegen wordt beschouwd als één van de drie interne of zachte stijlen, samen met xingyiquan en baguazhang. Waar de externe stijlen hard tegenover hard plaatsen, gebruikt taijiquan een zachte kracht tegenover een harde aanval (het principe van yin/yang). Door ontspannen mee te gaan met de tegenstander wordt uiteindelijk diens kracht tegen hem gebruikt.
Over de oorsprong van taijiquan bestaan verschillende meningen. Volgens sommigen is taijiquan ontwikkeld binnen het daoïsme en dan met name door de monnik Zhang Sanfeng. Deze leefde ergens tussen 1125 en 1490 in de Wudangbergen in China, maar zou ook veel gereisd hebben binnen China. Omdat van het bestaan van deze monnik geen betrouwbare schriftelijke bewijzen zijn, is niet met zekerheid te zeggen dat hij de grondlegger van taijiquan is. Wel is de vechtkunst van de Wudangbergen al eeuwenlang bekend. Het is dan ook aannemelijk dat Chen Wangting uit Chenjiagou, die tegenwoordig officieel als grondlegger van taijiquan wordt bestempeld, bij de samenstelling van zijn stijl ook
door de daoïstische vechtkunst werd beïnvloed.
Van Chen Wangting is wel genoeg bekend. Hij leefde van 1597 tot 1664 en stelde uit verschillende vechtkunstelementen een nieuwe stijl, de Chenstijl, samen. De Chenstijl werd aanvankelijk strikt binnen de Chenfamilie gehouden en niet aan buitenstaanders geleerd. Pas toen Yang Luchan (1799-1872) langzaam het vertrouwen van de familie wist te winnen, werd de stijl voor het eerst aan iemand van buiten de clan overgedragen.
Deze Yang Luchan had veel leerlingen en zo begon taijiquan zich in China te verspreiden. Omdat hij ook aan het keizerlijk hof van de toenmalige Qingdynastie les gaf en de oefeningen van de Chenstijl voor veel leerlingen daar te zwaar bleken, paste hij de stijl aan. Zo ontstond de Yangstijl die nog altijd zeer martiaal was, maar waar de explosieve bewegingen, stampen en sprongen van de Chenstijl uit verdwenen. De stijl ontwikkelde zich in de loop van generaties van yangstijl-leraren tot de tegenwoordige vormen van Yangstijl die overal ter wereld worden beoefend.
De grondlegger van de tegenwoordige Yangstijl is Yang Chengfu, een kleinzoon van Yang Luchan. Hij leefde van 1883 tot 1936 en ontwikkelde de stijl verder. Zo werd het een stijl die gekenmerkt wordt door grote open, ronde en vloeiende bewegingen. De vorm wordt langzaam uitgevoerd als een ononderbroken geheel van bewegingen. De tempowisselingen en krachtsexplosies van de Chenstijl zijn er geheel uit verdwenen. De Yangstijl is momenteel de meest beoefende taijiquan-stijl op de wereld en is vooral voor beginners heel geschikt.
Omdat Yang Chengfu in verschillende delen van China heeft lesgegeven en zeer veel leerlingen had, verspreidde deze stijl zich snel over grote delen van China. Hij had een aantal heel goede leerlingen die later ook zelf weer les gaven.
Eén ervan was Jiang Yukun, de leraar van onze leraar. Jiang Yukun leefde van 1913 tot 1981 en gaf de Yangstijl met 43 bewegingen, die Yang Chengfu in 1934, enkele jaren voor zijn dood nog samenstelde, verder door. De 43 Yang-stijl behoort tot de traditionele taijiquanstijlen van vòòr de stichting van de Volksrepubliek China en heeft een duidelijk herkenbare vechtkunstachtergrond.
Onze leraar Tang Wei, geboren in 1934 en afkomstig uit Nanjing, bracht deze vorm vervolgens in 1989 naar Nederland. Hij trainde lange tijd heel intensief bij Jiang Yukun en gaf zelf in China ook jarenlang les in o.a. de 43 Yangstijl. Tang Wei onderwees daarnaast de Chen- en de Wu-stijl, maar ook veel wapenvormen, tweemansvormen, pushing hands en qigong. In maart 2020 is Tang Wei met pensioen gegaan. In Nederland worden deze vormen nu verder doorgegeven door leerlingen van Tang Wei.
Grootmeester Tang Wei is overleden op 29 mei 2024.