54-Yangstijl zwaard

Deze Yangstijl zwaardvorm wordt uitgevoerd met een rechtzwaard (jian). Het is een prachtige, zachte en sierlijke vorm, die goed laat zien hoe veelzijdig je het zwaard toe kunt passen. Het oefenen met het zwaard draagt bij aan soepelheid in je polsen en armen, en aan je stabiliteit en coördinatie.

De 54 bewegingen van de Yangstijl zwaardvorm:

1. 1. Taiji begin.
   2. Drie cirkels om de maan.
   3. De gouden kip staat op één poot.
   4. De zwaluw schept water op.
   5. Veeg het hekwerk nu links dan rechts.
   6. Hef het zwaard.
   7. De zwaluw strijkt neer op zijn nest.
   8. De snelle kat grijpt de muis.
   9. De feniks knikt met zijn kop.
   10. De bij vliegt de raat binnen.
   11. Sla de vleugels naar rechts uit.
   12. Hef het zwaard.
   13. Sla de vleugels naar links uit.
   14. De vis wacht af.
   15. De draak zet zich in beweging.
   16. Koester de maan aan je borst.
   17. De vogel zoeft het bos in voor de nacht.
   18. De zwarte draak kwispelt met zijn staart.
   19. Trek het zwaard uit het water.
   20. De wind beweegt de lotusblaadjes heen en weer.
   21. De leeuw schudt zijn kop.
   22. De tijger bedekt zijn kop.
   23. Het wilde paard snelt de ravijn in.
   24. Stop het paard en keer terug.
   25. De naald wijst naar het zuiden.
   26. De tegenwind strijkt zachtjes door het stof, nu links dan rechts.
   27. Duw het bootje met de wind mee.
   28. De meteoor haalt de maan in.
   29. Het rennende paard vliegt naar de waterval.
   30. Haal het gordijn op.
   31. Keer de wagen nu naar links, dan naar rechts.
   32. De zwaluw houdt een stukje klei in zijn snavel.
   33. De reuze vogel slaat zijn vleugels uit.
   34. Vis de maan uit de diepte van de zee.
   35. Koester de maan aan je borst.
   36. Doorzoek de zee.
   37. De eenhoorn blikt naar de maan.
   38. Schiet de wilde gans.
   39. Strek de klauwen.
   40. Spreid de vleugels.
   41. Schrijd met grote stappen over de heg, nu links dan rechts.
   42. Schiet de wilde gans.
   43. De witte aap offert vruchten.
   44. Veeg de gevallen blaadjes, eerst links dan rechts.
   45. Beweeg het zwaard heen en weer.
   46. De witte tijger beweegt zijn staart.
   47. De tijger bedekt zijn kop.
   48. De vis springt over de drakenpoort.
   49. De zwarte draak beweegt zijn staart.
   50. Het zwaard wijst de weg.
   51. Een pilaar in de ochtend.
   52. Veeg de blaadjes met de wind mee.
   53. Voeg de hand bij het zwaard.
   54. Keer terug naar het begin en sluit af.